Juryrapport Prins Bernhard Cultuurfonds Muziekprijs 2007 voor Tim de Wolf

 

De jury van de Prins Bernhard Cultuurfonds Muziekprijs heeft er unaniem voor gekozen de prijs toe te kennen aan Tim de Wolf voor diens uitstekende prestaties bij het in kaart brengen, catalogiseren en digitaal vastleggen van historische Antilliaanse en Arubaanse muziekopnamen. Deze toekenning onderstreept de enorme waarde van goede muziekarchivering.

 

Tim de Wolf is historicus en audio-archeoloog. Na zijn studie sociaal-economische geschiedenis in Utrecht volgde hij een postdoctorale opleiding economisch- en sociaal-historisch onderzoek. Zijn belangstelling voor de Antilliaanse en Arubaanse muziektraditie resulteerde in 1999 in het overzicht: Discography of Music from the Netherlands AntilIes and Aruba. Het jaar daarop werd de digitalisering van het beschreven en ontsloten materiaal voltooid. Op een dertigtal cd's geeft hij een compleet overzicht van de discografische geschiedenis van de ABC-eilanden tussen 1943 en 1958. Op dit moment werkt Tim de Wolf aan een tweede deel, dat de periode tot 1971 behandelt.

 

De jury heeft veel bewondering voor de nauwgezette en systematische manier waarop De Wolf dit werk op het terrein van de muziekarchivering vanaf het begin heeft aangepakt. De Wolf koppelt zijn heuristische vaardigheden aan oprechte passie voor de Antilliaanse en Arubaanse muziek en haar tradities. Het resultaat is dat deze muziek weer hoorbaar is en voor iedereen toegankelijk. Passie alleen is natuurlijk niet voldoende. Eerst moest geïnventariseerd worden wat er in de loop der jaren was uitgebracht aan gene zijde van de oceaan. Dit gebeurde via krantenartikelen, recensies, interviews etc. Daarna moest het materiaal zelf boven water komen. Ook wat betreft het discografische en fonografische deel heeft Tim de Wolf een buitengewone nauwkeurigheid aan de dag gelegd om het materiaal op duurzame wijze aan de vergetelheid te ontrukken. Hoewel hij kon putten uit bestaande catalogi en collecties moesten er soms ook veldopnamen worden gemaakt, waarbij ter plekke een digitale kopie van het aanwezige materiaal werd vervaardigd.

 

In fonografische zin sluit De Wolfs werk aan bij etnomusicologische disciplines zoals die bijvoorbeeld zijn toegepast door de Amerikaanse pionier Alan Lomax in de eerste helft van de vorige eeuw bij diens 'field recordings' van worksongs, uitgevoerd door plantageslaven en gevangenen in het zuiden van de Verenigde Staten.

 

De kern van Tim de Wolfs werk schuilt in het opnieuw hoorbaar en beschikbaar maken van deze historisch belangwekkende opnamen. De wetenschap dat ze bestaan, of bestaan hebben, is niet voldoende. De muziek maakt deel uit van een zeer levende en een sociaal zeer cohesiebevorderende muziekcultuur en moet als zodanig op een toegankelijke manier voor iedereen beschikbaar zijn.

 

De jury is erg verheugd met De Wolfs werk omdat het uniek is in zijn soort, buitengewoon nauwgezet wordt uitgevoerd en indrukwekkende resultaten laat zien. Zijn doorzettingsvermogen om dit te volvoeren, ondanks de soms lastige financieringsproblematiek, is een bewijs van zijn bevlogenheid en toewijding en verdienen ondersteuning.

 

Tevens is de jury van oordeel dat ook de culturele geschiedenis van de huidige, of voormalige, Rijksdelen Overzee niet altijd de aandacht krijgt, of heeft gekregen, die zij verdient. Een bonte, bruisende en weldadige muziekcultuur als die van de Antillen en Aruba geeft een caleidoscopisch beeld van wat er zich in het Caraïbisch gebied aan muzikale kruisbestuivingen heeft voorgedaan en nog voordoet. Tussen haakjes: dit geldt overigens evenzeer voor invloeden in de muziekculturen van Suriname en Indonesië.

 

Dat deze cultuur springlevend is, bewijst een schare van jonge Antilliaanse en Arubaanse improviserende musici die de laatste jaren in toenemende mate hun plaats op de Nederlandse en Europese podia hebben veroverd, zoals de successen van ondermeer Izaline Calister, Eric Calmes en Randal Corsen illustreren. Verfrissend aspect daarbij is dat ze hun culturele achtergrond geenszins verloochenen maar deze op een integere manier met andere invloeden vermengen. Eigentijdsheid en traditie staan daarbij schouder aan schouder en daardoor blijft de Antilliaanse cultuur een sterke eigen identiteit behouden.

 

Dankzij De Wolfs noeste arbeid is ook een onderhoudend tijdsbeeld ontstaan. Net als in veel orale culturen zijn de muziekopnamen uit vroeger dagen vaak reacties op actuele situaties van destijds. Het plaatje "Minirok" van Rudy Plaate, een hit uit 1967, is daar een treffend voorbeeld van.

 

Tenslotte sorteert het werk van deze audio-archeoloog nog een afgeleid effect dat naar het oordeel van de jury de volle aandacht verdient: zijn belangwekkende bijdrage aan het behoud van het Papiaments. Zijn platen geven inzicht in met name de vocale traditie in het Papiaments. Linguïstische kwesties als specifiek woordgebruik, eventuele veranderingen in syntax en grammatica en leenwoorden door de decennia heen, komen met Tim de Wolfs werk beschikbaar voor taalkundig onderzoek door taalkundigen.

 

In een tijd waarin de Antillen en Aruba ook vaak op een andere dan positieve manier in het nieuws komen, biedt De Wolfs werk een optimistisch perspectief. Niet alleen laat De Wolf ons hun rijkdom en culturele uitbundigheid herontdekken, ook leert hij ons het muziekalfabet van de ABC-eilanden opnieuw te lezen!

 

De jury van de Prins Bernhard Cultuurfonds Muziekprijs 2007 bestond uit Yvonne van den Berg, Hans Mantel, Stan Rijven (voorzitter), Rein Spoorman en Emile Wennekes.